Het zal je gebeuren: je hebt de mooiste set algemene voorwaarden ter wereld opgesteld of op laten stellen, maar je kunt er geen beroep op doen. De wederpartij (zo heet je klant in algemenevoorwaardentaal) doet namelijk een beroep op vernietiging. Het euvel: je hebt de algemene voorwaarden niet aan je klant gestuurd. Er bestaan een paar escapes voor de gebruiker van algemene voorwaarden. Eén daarvan staat in deze bijdrage centraal en heet de bekendheidsuitzondering. In dat geval voert de gebruiker van de algemene voorwaarden het volgende aan: “Wederpartij, jij kunt je niet op vernietiging beroepen, want je was al bekend met de algemene voorwaarden.”

Bekendheidsuitzondering voor het eerst

Vóór de sappige verhalen eerst wat juridische doctrine. De wet verplicht tot het verstrekken van de algemene voorwaarden. Dit kan door toezending, overhandiging of – als de gebruiker van de algemene voorwaarden een dienstverrichter in de zin van de Dienstenwet is – verwijzing naar een hyperlink naar de algemene voorwaarden op de website van de gebruiker.

De bekendheidsuitzondering is door de Hoge Raad in 1999 geïntroduceerd in het arrest Geurtzen/Kampstaal. De Hoge Raad oordeelde toen dat een beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden omdat ze niet ter beschikking zijn gesteld, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Dat zal, aldus de Hoge Raad, met name het geval zijn als de klant de algemene voorwaarden al kende. Dit is later de bekendheidsuitzondering gaan heten.

In gevallen waarin partijen al vaker met elkaar zaken hebben gedaan, ligt dat voor de hand. Als bij een eerste keer zaken doen de algemene voorwaarden ter beschikking zijn gesteld, hoeft dat bij vervolgopdrachten niet nog eens te gebeuren. Handig is het wel, vooral om het bewijs rond te krijgen. Bovendien kunnen algemene voorwaarden wijzigen en dan wil je ook op de gewijzigde voorwaarden een beroep kunnen doen.

Bekendheidsuitzondering toegepast

De bekendheidsuitzondering is nadien een aantal keer teruggekomen. De bekendheidsuitzondering werd door de rechtbank Noord-Holland in de procedure tussen Zuidrandflat en T&R toegepast. Er speelde de situatie dat T&R voor of bij het sluiten van de overeenkomst met Zuidrandflat haar algemene voorwaarden niet had toegezonden. De medewerker die namens Zuidrandflat onderhandelde heeft, toen toezending van de algemene voorwaarden in de onderhandelingen ter sprake kwam, aangegeven dat dat niet nodig was omdat zij de voorwaarden wel van internet kon ophalen of bij Woonpartners (een zakenpartner) kon opvragen. Tegen deze achtergrond kon Zuidrandflat zich in redelijkheid niet beroepen op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden.

Ook in het arrest in de procedure tussen Veka en Tekholl paste het gerechtshof Den Bosch de bekendheidsuitzondering toe. Tekholl contracteerde met Veka op basis van de Metaalunievoorwaarden, maar verzuimde deze te verstrekken. Gelukkig voor Tekholl wist zij te achterhalen dat een concullega enkele jaren eerder eveneens met Veka zaken deed op basis van de Metaalunievoorwaarden en dat deze concullega de Metaalunievoorwaarden wel ter beschikking had gesteld. Het Gerechtshof oordeelde dat Tekholl zich kon beroepen op de bekendheidsuitzondering en dat de Metaalunievoorwaarden dus van toepassing bleven. Het Gerechtshof oordeelde daarmee impliciet dat het niet uitmaakte dat de gebruiker van de algemene voorwaarden (in dit geval: Tekholl) niet had bijgedragen aan het voldoen aan de bekendheidsuitzondering. Als maar bewezen kan worden dat de klant kennis droeg van de algemene voorwaarden, kan een beroep op de bekendheidsuitzondering worden gedaan.

Datzelfde oordeelde de Hoge Raad op 11 november 2022 in zijn arrest in de procedure tussen De Eendracht en veevoederleverancier Doens. Doens verklaarde de branchevoorwaarden CNGD van toepassing op haar overeenkomst met De Eendracht. Doens verzuimde de CNGD-voorwaarden ter hand te stellen, maar werd gered door de bekendheidsuitzondering. Doens wist namelijk te bewijzen dat de directeur van De Eendracht een leergang over zakendoen in de diervoederbranche had gevolgd. Een onderdeel van die leergang was het cursusonderdeel over Handelscontracten en CNGD-voorwaarden, waar de CNGD-voorwaarden uitgebreid zijn besproken. De bekendheidsuitzondering kan dus een machtige escape zijn. De vraag lijkt gerechtvaardigd, in hoeverre de kennis van de directeur aan zijn gehele organisatie kan worden toegerekend. Ik acht die vraag verwaasloosbaar: de vernietiging staat alleen open aan klanten die minder dan 50 mensen in dienst hebben. In organisaties van een dergelijke omvang kent iedereen elkaar doorgaans en kan kennis nog worden toegerekend.

Bekendheidsuitzondering: en verder?

Het kan dus geen kwaad om eens op LinkedIn of anderszins na te gaan, in hoeverre de klant bekendheid heeft met de algemene voorwaarden, met name als dat branchevoorwaarden zijn. Voorkomen is echter beter dan genezen: als de algemene voorwaarden ter hand worden gesteld, hoeft het “zweet in de nek”-moment van de zoektocht naar de bekenheidheidsuitzondering niet te worden doorgemaakt.

Heb je hierover vragen? Neem dan contact op met onze specialisten op het gebied van algemene voorwaarden.