Als beroemdheden de rechtspraak halen, leidt dat vaak tot gespitste oren. Dat geldt extra als de oortjes door een DJ worden gespitst. Op 17 december 2021 gaf de Hoge Raad een beslissing in de procedure tussen Spinnin Records en de wereldberoemde DJ Martin Garrix. Centraal stond de vraag of de royalty-bepaling en de bepaling over automatische verlenging in de overeenkomst tussen Spinnin en Martin Garrix eerlijk zijn.

Onredelijk bezwarende bedingen zijn niet eerlijk

Op grond van de wet kan een bepaling uit een contract worden geschrapt als het niet eerlijk is. In jargon is zo’n beding dan “onredelijk bezwarend”. Martin Garrix vond de royalty-vergoeding oneerlijk omdat uitsluitend over de netto-inkomsten royalties verschuldigd zijn. Volgens Garrix zou Spinnin ongehinderd kosten kunnen berekenen, zodat de netto-inkomsten extreem laag uitvallen en dus ook amper royalties verschuldigd zijn. Daarnaast vindt Garrix dat het beding dat Spinnin het recht geeft de overeenkomst met twee jaar te verlengen, oneerlijk is. Met name knelt dit omdat de royalties nogal laag zijn.

Het hof vindt de royalty-clausule niet oneerlijk, omdat Spinnin geen buitenissige kosten heeft gerekend. De verlenging met twee jaar vindt het hof tegen de achtergrond van de geringe hoogte van de royalties wel oneerlijk.

Hoge Raad: royalty-beding kan wel oneerlijk zijn

De Hoge Raad oordeelt dat het royalty-beding wel oneerlijk kan zijn. Het hof had niet mee mogen wegen, of Spinnin daadwerkelijk hoge kosten rekende, maar had uitsluitend mogen beoordelen of het beding Garrix aan potentieel hoge kosten blootstelde. De daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst doet er dan niet toe. Het toetsmoment is namelijk het moment dat de overeenkomst is aangegaan.

Dit onderdeel lijkt bij het schrijven van contracten nogal eens vergeten te worden. Vooral in consumentenzaken is dan het hek van de dam, omdat de rechter bedingen die niet eerlijk zijn, moet vernietigen. Die worden dan uit de overeenkomst weggestreept. Met het argument “maar ik bedoelde het niet kwaad en deed geen beroep op het beding” redt de gebruiker van het beding het niet.

Eerlijk duurt het langst

Het is daarom zaak bij het opstellen van voorwaarden en contracten met consumenten helder te hebben, of het beding niet onevenredig nadelig uit kan pakken voor de consument. Als dat het geval is, moet scherp worden bekeken of het beding wel gehandhaafd moet worden. Wat betreft de vraag of een beding eerlijk is, kan het aloude gezegde “wie niet wil dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet” van pas komen. Ook in het recht geldt immers: Eerlijk duurt het langst!

Wil jij je contract laten screenen of laten opstellen? Neem dan eens contact met ons op. Onze specialisten van facily LAW advocatuur en facily LAW juristen en mediators helpen jou graag met het opstellen van eerlijke contracten die de toets der kritiek kunnen doorstaan.