In een ideale wereld staan alle overeenkomsten tussen partijen duidelijk op schrift. Als er dan iets mis gaat, kun je de overeenkomst erbij pakken om te kijken wat er vervolgens moet gebeuren. Als de ene partij bijvoorbeeld belooft om een huis te bouwen voor een andere partij, maar dat huis is volgens de mening van die andere partij niet op tijd klaar, dan zou je het liefst in de (schriftelijke) overeenkomst terugvinden:
- wanneer het huis afgebouwd zou moeten zijn,
- wat partijen verstaan onder de term “afgebouwd” en
- wat er moet gebeuren, bijvoorbeeld in de vorm van een schadevergoeding van de ene partij aan de andere partij, als het betreffende huis niet op tijd is afgebouwd.
Helaas zijn overeenkomsten zelden zo duidelijk. De praktijk leert dat het vaak moeilijk is om bepaalde afspraken duidelijk te formuleren en dat partijen daardoor soms helemaal geen (schriftelijke) overeenkomst sluiten voordat zij aan de uitvoering daarvan beginnen.
Interpretatie van bepalingen uit de concept overeenkomst
Een onduidelijk geformuleerde overeenkomst kan leiden tot frustraties en geschillen tussen partijen die, in het uiterste geval, door de rechter moeten worden beslecht. De kans op deze frustraties en geschillen worden des te groter, indien partijen geen ondertekende overeenkomst hebben. Bijvoorbeeld in het geval dat zij een concept overeenkomst hebben opgesteld, maar er niet aan zijn toegekomen om deze daadwerkelijk te ondertekenen. In dat geval zal de partij die nakoming van de overeenkomst af wil dwingen, moeten betogen (en bewijzen) dat er een mondelinge overeenstemming is bereikt. En dat levert alleen maar meer problemen op. Er kan in dat geval immers, naast de discussie over welke interpretatie er aan een bepaling moet worden gegeven, ook een discussie ontstaan of de partijen die bepaling überhaupt onderdeel hebben willen maken van hun overeenkomst. In het uiterste geval kan een partij zelfs betogen, dat er helemaal geen overeenkomst is en dat er dus ook geen betalings- of leveringsverplichting bestaat.
Kan een concept overeenkomst verbindend zijn?
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft recent geoordeeld over een situatie waarin bovenstaande problematiek speelde. De casus was als volgt: Een partij wilde een melkveehouderij van een andere partij kopen. Daarvoor hadden partijen gezamenlijk een concept overeenkomst opgesteld, welke zij de dag daarop zouden tekenen. Op dat moment krabbelde de verkoper terug. De koper vorderde bij de rechter vervolgens de uitvoering van de koopovereenkomst met als reden dat koper en verkoper tijdens het opstellen van de concept overeenkomst reeds een (mondelinge) overeenkomst zijn aangegaan. Het zetten van de handtekening op de volgende dag was slechts een formaliteit; zij hadden reeds alle voorwaarden van de koop besproken en hadden hier beiden mee ingestemd. Er was dus, volgens de kopende partij, evident reeds sprake van aanbod en aanvaarding, zoals bedoeld in artikel 6:217 lid 1 BW, wat de ontstaansvoorwaarde is voor een overeenkomst.
Het gerechtshof ging niet mee in de stelling van de koper. Zij voerde, net zoals de rechter in eerste aanleg, daartoe aan dat de koper, in de gegeven omstandigheden van het geval, er niet op mocht vertrouwen dat er door de toezeggingen van de verkoper een mondelinge overeenkomst tot stand was gekomen. Daarnaast bevatte de concept overeenkomst een bepaling die expliciet vermeldde dat er voor partijen pas verplichtingen uit de overeenkomst voort zouden komen als deze door beide partijen ondertekend zou zijn. In dit specifieke geval was de concept overeenkomst dus niet verbindend.
Conclusie: hoe sterk sta je met een concept overeenkomst?
In de hiervoor besproken uitspraak van het gerechtshof heeft de verkoper naar onze mening geluk gehad dat er in de concept overeenkomst een bepaling was opgenomen die de handtekening van beide partijen vereisten. Weliswaar is de verkoper er in deze specifieke situatie zonder kleerscheuren vanaf gekomen, maar in de uitspraak valt te lezen dat het wel degelijk mogelijk is om aan de voorwaarden van een concept overeenkomst gebonden te zijn, als men aanneemt dat deze voorwaarden mondeling zijn overeengekomen. Dat is in onze visie een ongewenste situatie; indien een partij nadrukkelijk laat weten een concept overeenkomst niet te ondertekenen, blijkt daaruit nu juist de onwil om tegen de geschetste voorwaarden te contracteren. Afwijking daarvan maakt inbreuk op de contractvrijheid.
Zit jij nu ook in een situatie waarin je ongewenst aan de voorwaarden van een contract wordt gehouden? Of overweeg je een concept overeenkomst op te stellen? Neem dan contact op met de juristen van facily LAW en laat je voor advies hierin bijstaan.